Uluru (Ayers Rock)

3 reacties

Na uren rijden door de outback passeerden wij de grens van het Northern Territory. In deze uren zie je vrijwel niets bijzonders, alleen zandvlaktes met een paar boompjes en veel dode dieren (o.a. kangoeroes en koeien.) Ook vliegen er veel roofvogels rond.
Eindelijk kwam de kruising, rechtdoor richting Alice Springs, of linksaf naar Uluru (Ayers Rock). Wij gingen links want dit natuurwonder moet je gezien hebben als je in Australië bent geweest.
Je kan gratis kamperen een uur van Uluru af, maar wij hebben gekozen om te kamperen in het Ayers Rock Resort in het dorpje Yulara. Dit ligt naast het national park. Er was ook een zwembad waar wij meteen in gesprongen zijn. Even afkoelen na uren rijden door de hitte. Hierna meteen naar het national park gereden. Entree kostte $25 per persoon, je mag drie dagen in het park rondrijden en lopen. Langs het cultural centre geweest waar je meer leert over de Aboriginals. De Aboriginals reisden jarenlang door Australië heen, en bezochten Uluru. Ze leerden hun kinderen hier jagen en overleven. Er zijn nog tekeningen zichtbaar op de wand van Uluru van ongeveer 50 jaar geleden. Dit gebied is een heilige plaats voor de Aboriginals. Zij hebben ook liever niet dat Uluru beklommen wordt.
Het national park is erg groot. Wij hebben rondgelopen bij Uluru, en deze gezien bij zonsondergang. Het licht valt dan anders op de rock en de kleuren veranderen. Heel bijzonder. 50 km verder ligt nog een natuurwonder, Kata Tjuta. Het gebergte is totaal anders dan Uluru, heel apart. De volgende morgen zijn we vroeg opgestaan om Uluru te bekijken bij zonsopgang. Het was erg druk, tourbussen vol. Het was een beetje bewolkt maar weer mooi om te zien. Na nog wat rondgelopen te hebben, terug gereden naar het resort om in te pakken en te tanken, wat hier mega duur is. $2,07 per liter. Op naar Alice Springs.

20130330-203913.jpg

20130330-204015.jpg

Coober Pedy

3 reacties

Na een lange tijd rijden in de outback van South Australia kwamen we uit bij het dorpje Coober Pedy. Het ligt in the middle of nowhere. Op dit plekje waren een aantal goudzoekers opzoek naar het kostbare goud maar vonden niks. Wat ze wel vonden was opaal. Sindsdien word 80% van het opaal op de wereld in dit kleine dorpje gevonden.
In Coober Pedy is het behoorlijk warm en daarom leven de meeste mensen onder de grond in uitgehakte stukken rots. Zo leefde er ook een krokodillen jager, crocodile Harry in een van deze grotten. Hij leeft niet meer maar je mag in zijn huis kijken wat vol hangt met gekke kunst en voorwerpen. Rare plek. Natuurlijk zijn we ook de mijnen in geweest om te kijken hoe ze vroeger de opaal uit de grond haalde en hoe het tegenwoordig wordt gedaan. Opaal is heel kostbaar maar ik had het idee dat de mensen er niet echt rijk van worden, het stadje is een beetje een rommelig gebeuren.
Overal waar je ook rijdt en loopt zie je hopen steen liggen waar ze hebben gezocht naar opaal wat een soort maanlandschap idee geeft. Er staan ook overal borden dat je goed moet opletten waar je loopt omdat er nog wel eens mensen in een verlaten mijn vallen tijdens het zoeker naar opaal of het maken van een foto. Wij hebben de hitte en de vliegen (overal waar je loopt heb je een zwerm vliegen om je heen en ze zitten graag op je gezicht wat uitermate irritant is) weer overleefd en zijn verder getrokken.

$

1 reactie

Vier weken geleden waren we begonnen met sinaasappels plukken en hadden nog geen geld binnen gekregen en er was steeds minder werk. In Australië is het normaal om wekelijks betaald te krijgen. Dat stond ook zo in ons contract. Dus we hadden besloten om te stoppen met werken en geld te eisen. Gelukkig kregen we afgelopen vrijdag eindelijk onze cheque en reden we gisteren Waikerie uit naar Port Augusta. Net nog even een paar boodschapjes gedaan en vandaag staat op de planning om weer 380 km verder te rijden naar Coober Pedy.

20130318-094344.jpg

20130318-094408.jpg

20130318-094427.jpg

20130318-094448.jpg

20130318-094506.jpg

20130318-094604.jpg

Sinaasappelsap

Plaats een reactie

5:30 gaat de wekker en worden we wakker in ons tentje. Even gauw een boterham met pindakaas eten en naar het werk rijden. De afgelopen weken hebben we sinaasappels geplukt.
De taak is om zo gauw mogelijk een “Bin” te vullen met de sinaasappels die aan de boom hangen. Het is de bedoeling dat je de hele boom leegplukt van onder naar boven en de binnenkant. Om het makkelijker te maken gebruiken we een ladder om in de toppen te komen en hebben we een “picking bag” op ons buik hangen om de sinaasappels in te gooien. Om 1 bin te vullen zijn we ongeveer 1,5 uur bezig en krijgen we hier $25,- voor.
Het werk is erg zwaar en dit komt vooral om dat het hier gauw heet wordt. In de middag kan het 37 graden worden en dan gaat alles moeizaam. Wanneer het bewolkt is en koeler gaat alles een stuk makkelijker. Gemiddeld doen we zo’n 5 bins op een dag.
Na het werk rijden we naar de gratis koude (heerlijk) douche langs de snelweg, doen we boodschappen voor het avond eten, maken wat sinaasappelsap van de meegenomen sinaasappels, internetten in de bibliotheek en kruipen weer in ons tentje (dat aan de kant van de Murray rivier staat) om in slaap te vallen.