Na uren rijden door de outback passeerden wij de grens van het Northern Territory. In deze uren zie je vrijwel niets bijzonders, alleen zandvlaktes met een paar boompjes en veel dode dieren (o.a. kangoeroes en koeien.) Ook vliegen er veel roofvogels rond.
Eindelijk kwam de kruising, rechtdoor richting Alice Springs, of linksaf naar Uluru (Ayers Rock). Wij gingen links want dit natuurwonder moet je gezien hebben als je in Australië bent geweest.
Je kan gratis kamperen een uur van Uluru af, maar wij hebben gekozen om te kamperen in het Ayers Rock Resort in het dorpje Yulara. Dit ligt naast het national park. Er was ook een zwembad waar wij meteen in gesprongen zijn. Even afkoelen na uren rijden door de hitte. Hierna meteen naar het national park gereden. Entree kostte $25 per persoon, je mag drie dagen in het park rondrijden en lopen. Langs het cultural centre geweest waar je meer leert over de Aboriginals. De Aboriginals reisden jarenlang door Australië heen, en bezochten Uluru. Ze leerden hun kinderen hier jagen en overleven. Er zijn nog tekeningen zichtbaar op de wand van Uluru van ongeveer 50 jaar geleden. Dit gebied is een heilige plaats voor de Aboriginals. Zij hebben ook liever niet dat Uluru beklommen wordt.
Het national park is erg groot. Wij hebben rondgelopen bij Uluru, en deze gezien bij zonsondergang. Het licht valt dan anders op de rock en de kleuren veranderen. Heel bijzonder. 50 km verder ligt nog een natuurwonder, Kata Tjuta. Het gebergte is totaal anders dan Uluru, heel apart. De volgende morgen zijn we vroeg opgestaan om Uluru te bekijken bij zonsopgang. Het was erg druk, tourbussen vol. Het was een beetje bewolkt maar weer mooi om te zien. Na nog wat rondgelopen te hebben, terug gereden naar het resort om in te pakken en te tanken, wat hier mega duur is. $2,07 per liter. Op naar Alice Springs.

20130330-203913.jpg

20130330-204015.jpg