Met een overgekookte motor aangekomen in Alice Springs en een camping gevonden met zwembad. Meteen ingesprongen het was namelijk in Alice Springs zo’n 42 graden. Twee dagen rondgehangen in de stad en de koelvloeistof bijgevuld. Weer verder gereden naar Tenant Creek hier een nacht geslapen op een rustplek langs de weg en de volgende dag met een stotterende motor Mount Isa ingereden. Voor het stoplicht en op het parkeerterrein sloeg de motor gewoon af. Het was de bedoeling om nog een stukje verder te rijden naar een gratis rustplaats langs de weg maar de auto had er geen zin meer in. Toen maar naar een camping gereden in Mount Isa. We besloten om er de volgende dag naar te laten kijken door een automonteur. We waren al gewaarschuwd door de camping eigenaar dat reparaties duur waren. Nadat we de auto hadden achtergelaten bij de garage werd er gebeld dat ze twee uur bezig waren om te kijken wat het probleem was en dat we nu al aan uurloon $240,- kwijt waren. De hele reparatie kon wel $500-$1000-+++ kosten. Iets dat de auto niet meer helemaal waard is. Uurtje later de auto weer opgehaald en $120,- lichter. Gelukkig rekende ze maar 1 uur loon. Ik denk dat ik ook maar automonteur word in Mount Isa dan verdien je net zoveel als een advocaat per uur schrijft. Het probleem zou trouwens aan de benzinepomp liggen. Een dag later zijn we weer verder vertrokken en hoe meer we naar de koele lucht van de kust kwamen hoe leuker de auto het vond. Aangekomen in de plaats Townsville. Een doosje wijn gekocht om te vieren dat we de kust gehaald hebben. Stukken beter de zee dan de hitte en zand van de outback. De outback was een interessante ervaring maar in 4000 kilometer is er weinig te zien of te beleven.