Olifantje

Met het Jetstar vliegtuig geland op Bangkok en de taxi gepakt naar Koh San road. Ik wist nog een leuk hotelletje van de vorige keer en ze hadden nog een kamer vrij. Hier hebben we dan ook de rest van de week overnacht.
De volgende dagen verschillende tempels bezocht en nog een dag met een toer mee geweest naar de Floating market, The bridge over the river kwai en als toetje op een olifant gereden en gewassen. Natuurlijk ook genoeg winkel centrums bezocht en troepjes gekocht.
Dan kwam er toch een einde aan onze fantastische reis en moesten we het vliegtuig in naar Nederland. We hadden het internet afgespeurd naar goedkopen vluchten en vandaar via Guangzhou, China naar huis gevlogen. Om 7 uur in de ochtend lande we op Amsterdam en zagen we onze ouders, zusjes, broertjes en vrienden weer. Wat is het koud hier, en zo gewoon.

image

image1

image2

image3

image4

image5

image6

image7

image8

Rondje rond

Om in Geelong te komen vanaf Sydney langs de kust gereden en twee nachtjes gestopt in Osbort. Mooi plaatsje alleen was het weer wat minder. Het viel ook vies tegen om nu in een tentje te slapen. Wij hebben natuurlijk de goedkoopste slaapzakken en die zijn niet warm. Het is hier nu winter en best koud ’s nachts hiervoor hadden we daar geen last van omdat het nooit kouder werd dan een graad of 18.
In de avond kwamen we aan bij Ionel. Hier hadden we drie maanden geleden ook verbleven. De kleine Lenny was al goed gegroeid en loopt nu ook. Leuk om te zien.
Het was nu tijd om de auto te verkopen. Huil. We hadden de auto voor $3000,- gekocht en hoopte en nog wat leuks voor terug te krijgen. Daarom alles uit de auto gegooid en helemaal van binnen en buiten gepoetst en op internet gezet. We kregen meteen reactie maar allemaal nep berichten. Dus ook maar even naar de Used car dealers. Die gaven er $1000,- voor. Klonk wel goed maar hoopte er wat meer voor te krijgen en wachten nog even af. Na twee dagen toch maar naar de used car dealer gereden maar die wilden niet meer de $1000,- er voor geven. Balen en meteen iemand anders terug ge-sms’t dat hij de auto voor $1000,- mag hebben. Hij was nog steeds geïnteresseerd en zijn toen richting Melbourne gereden om ergens bij een McDonald’s de auto te laten bekijken. Er kwamen twee mannen aan en de een wist wel wat van auto’s af. Hij vond allemaal dingen die kapot waren zoals de schokbreker achter ( dit krijg je als je 14.000 km met een te zwaar beladen auto rijd) en wilde hierdoor wel 850,- dollar geven. Ik en Daisy keken elkaar aan en waren blij dat de auto verkocht was. Op de terug weg naar Geelong in de trein zaten we te lachen dat het wel sukkels waren dat ze onze auto hadden gekocht. De motor was namelijk helemaal op na een paar keer een overhitte/drooggekookte te zijn. De benzine pomp is stuk, de schokbrekers achter waren lek, de speakers op, de achterklep bleef niet goed meer openstaan, de vooruit was matglas van al het steenslag, het stuur stond scheef en hij zat helemaal vol met krassen van het rijden op zandpaadjes en bossen. Toch deed het een beetje pijn om ons geliefde Hyundai gedag te moeten zeggen.
De volgende dag zijn we op het internet gaan kijken voor vliegtickets naar Bangkok en er een geboekt.
Ionel had de laatste avond dat we bij hun verbleven (hebben hier 8 nachten geslapen) een heerlijke maaltijd gemaakt en ons de volgende dag naar de bus gebracht.

Sydney

De tent opgezet in Lane Cove River tourist park dat in een van de buitenwijken van Sydney ligt. De volgende dag een kaartje gekocht waarmee we gebruik mogen maken van al het openbaar vervoer in Sydney en naar het centrum getreind. Hier meteen op de pond gestapt richting Manly. Dit hadden we gedaan omdat je dan prachtig uitzicht hebt op het Opera House en de Harbour Bridge. Verder hebben we die dag het Opera house, Royal Botanical Gardens, Gouvernements House, Mrs. MacQuarie’s Chair, Art Gallery of NSW, The State Library of New South Wales en Chinatown bezocht. In de avond hadden we nog de pond gepakt die langs het Luna Park en onder de Harbour Bridge door vaarde naar Circular Quay. In de avond kapot van de hele dag rondjes lopen ons tentje ingedoken.
De volgende dag weer het centrum ingegaan en weer van alles bekeken en bezocht. Waaronder een stukje gelopen op de Harbour Bridge, The Rocks en The museum of Temporary art bezocht.
Sydney is een grote stad met veel groen. Hierdoor voelde het niet aan als een hele drukke stad. Lekker.

Eastcoast

Na Cairs zijn we richting het zuiden gereden. Langs Townsville via Mackay, Bundaberg en Maryborough. Voornamelijk langs de kust. We hebben vaak overnacht op gratis kampeerplekken. Meestal bevinden die zich aan de kant van de snelweg. Een goede nachtrust krijg je dus niet, met al die herrie van vrachtwagens die voorbij racen. We maken weer veel kilometers met de auto, en volgens mij vind hij dat niet zo leuk. De motor was weer twee keer overkookt, en tot overmaat van ramp kwam Mike erachter dat de radiator lekte. Om de 50 km stonden we weer langs de kant van de weg, met de motorkap open, om de koelvloeistof bij te vullen. Dat ging aardig hard, dus op een gegeven moment er maar gewoon water in gedaan.
Uiteindelijk waren we gestrand in het plaatsje Gympie. De auto wilde eigenlijk niet meer verder. Een man kwam kijken, en gaf ons wijs advies. Als wij nu niet de radiator lieten repareren, en stug zouden door rijden, was de kans groot dat de motor zou ontploffen. En dat wil je niet meemaken. Snel langs het informatiecentrum geweest om te vragen waar de garages zaten. Gereden naar de dichtbijzijnste, maar de garage die gespecialiseerd is in radiatoren was al dicht. Ernaast zat een andere garage. Eigenlijk doen zij banden, maar een vriendelijke monteur had een nieuwe radiator geregeld en erin gemonteerd. En dat terwijl ze eigenlijk dicht gingen. Dit was heel fijn, want de dag erna was het ANZAC day, dan is alles dicht. Met ANZAC day worden de militairen die hebben gevochten en die nog steeds vechten herdacht.

Zonder problemen met de radiator konden we verder rijden naar Brisbane. Geslapen op een camping on Redcliffe, dit plaatsje ligt een paar km boven Brisbane aan het strand.
De dag erna Brisbane in gegaan met de auto. Dit was misschien niet zo slim. Wel 20 rondjes door en buiten de stad gereden. Na 2 uur rijden de auto geparkeerd en rond gelopen in de stad. Brisbane ligt aan de rivier en is een leuke, niet al te drukke stad. Als je over de brug wandelt kan je de skyline mooi bewonderen.

Great Barrier Reef

Aangekomen in Mission beach een leuke camping aan het strand gevonden waar we de was konden doen. Deze camping verdiend zijn geld (en goed) met parachute springen. Was heel gaaf om te zien hoe elk half uur, een groepje jonge lui de lucht uit viel en landde op het strand. Wij wilde dit ook wel maar net iets boven het budget. We komen terug! Gelukkig hadden we van de paashaas wat centjes gekregen om lekker uiteten te gaan en hebben dit dan ook goed gedaan in een Frans restaurantje met heerlijk eten. Bedankt paashaas. De banden weer op de juist banden spanning gebracht en naar Cairns gereden. In Cairns wat informatie opgedaan over duiken op de Great Barrier Reef. We wilden hier graag duiken en dat kon met verschillende boten. Uiteindelijk een keuze gemaakt om met Tusa mee te gaan. Er werd aangeraden om nog een paar dagen te wachten zodat de zee wat rustiger was. Hiervoor had het namelijk een week lang hard geregend en gingen de boten geen eens uit.
Die paar dagen wachten voor beter zicht onder water was geen probleem en zijn we naar het dorpje Karunda gereden. Karunda is een (commercieel) hippie dorpje waar ze een paar leuke marktjes hebben en in de buurt nog een mooie waterval bezocht. In de avond in het natuurpark gekampeerd dat dicht bij Karunda ligt.
Zaterdag gingen we mee met de boot, de Tusa 6 die ons naar de Great Barrier Reef bracht. Deze nieuwe boot bracht ons naar het uiteinde van het rif waar maar weinig boten komen. Dat is mooi voor ons omdat het koraal dan stukken beter is (het is dan niet helemaal kapot getrapt) en je hebt niet het idee dat je met duizenden mensen het rif aan het bekijken bent. We begonnen met twee duiken op de eerste locatie waar we goed zicht hadden en een white tip shark zagen (zijn kleine haaitjes). Hierna hadden we een heerlijke lunch. Tijdens de lunch verplaatste de boot naar een andere locatie. Op deze plek waren super grote stukken koraal te zien. Heel mooi. Jammergenoeg was de dag zo weer voorbij en ging de boot weer terug naar de haven van Cairns.

Camping

Mission beach

Karunda

Mooi

Cairns

Lucht

Jaaaaaaaah

Foto van foto

Orpheus Island Research Station

We waren aangekomen in het plaatsje Ingham bij het informatie centrum. In elke stad of toeristisch plekje hier hebben ze wel een infocentrum. Deze zijn allemaal heel mooi en goed. Ze hebben altijd voldoende folders en kaartjes en willen altijd graag je vragen beantwoorden zoals waar er gratis kampeer plekken zijn. Hier vragen we vaak ook of ze weten of er wat werk in de buurt is. Dit hadden ze niet echt maar tipte wel over vrijwilligers werk op Orpheus Island. Voor vier uurtjes werken per dag zouden we gratis accommodatie krijgen, dat klonk wel goed. Meteen een fax gestuurd naar OIRS dat we vrijwilligers werk wilden doen en vijf minuten later werden we gebeld dat dat goed was. De volgende dag nog wat snorkel spullen gekocht en “stinger suits” en de dag er na naar het haventje gereden om met de boot van OIRS mee te varen.
Op het eiland kwamen we in een redelijk luxe huisje te wonen met vaatwassers, tv, en internet. Als werk kreeg Daisy de taak om alles schoon te maken en ik moest schilderen, grasmaaien enz. Elke dag werkte we iets van 4 uur en voor of na het werk gingen we dan snorkelen, wandelen en een beetje relaxen. 🙂
OIRS is een onderzoek centrum voor scholieren van de plaatselijke universiteit JCU en voor onderzoekers. De onderzoeken gaan over het leven in zee er zijn dan ook laboratoriums, zout water tanks en meerdere bootjes om mee in en op het water te komen.
Na een week van het eiland genoten te hebben gingen we weer naar “huis”. Dit kwam ook goed uit want al ons eten was op en er is geen supermarkt op het eiland. 🙂

Orpheus Island

Flippers

Kikker

Mangroves

Twee vingers

Dag, mooi eiland

Magnetic Island

In de ochtend de auto geparkeerd in Townsville en met de boot naar het prachtige eilandje genaamd Magnetic eiland gevaren. Het eilandje heet Magnetic eiland omdat kapitein Cook (de ontdekker van een groot deel van de kust van Australië) langs het eiland vaarde en zijn kompas op het eiland reageerde.
Aangekomen op het eiland zijn we met de bus het eiland overgereden. Lekker gezwommen en langs het strand gelopen. Mooi eiland zo voor de kust van Townsville. In de avond weer de boot terug genomen naar het vaste land.

Outback

Met een overgekookte motor aangekomen in Alice Springs en een camping gevonden met zwembad. Meteen ingesprongen het was namelijk in Alice Springs zo’n 42 graden. Twee dagen rondgehangen in de stad en de koelvloeistof bijgevuld. Weer verder gereden naar Tenant Creek hier een nacht geslapen op een rustplek langs de weg en de volgende dag met een stotterende motor Mount Isa ingereden. Voor het stoplicht en op het parkeerterrein sloeg de motor gewoon af. Het was de bedoeling om nog een stukje verder te rijden naar een gratis rustplaats langs de weg maar de auto had er geen zin meer in. Toen maar naar een camping gereden in Mount Isa. We besloten om er de volgende dag naar te laten kijken door een automonteur. We waren al gewaarschuwd door de camping eigenaar dat reparaties duur waren. Nadat we de auto hadden achtergelaten bij de garage werd er gebeld dat ze twee uur bezig waren om te kijken wat het probleem was en dat we nu al aan uurloon $240,- kwijt waren. De hele reparatie kon wel $500-$1000-+++ kosten. Iets dat de auto niet meer helemaal waard is. Uurtje later de auto weer opgehaald en $120,- lichter. Gelukkig rekende ze maar 1 uur loon. Ik denk dat ik ook maar automonteur word in Mount Isa dan verdien je net zoveel als een advocaat per uur schrijft. Het probleem zou trouwens aan de benzinepomp liggen. Een dag later zijn we weer verder vertrokken en hoe meer we naar de koele lucht van de kust kwamen hoe leuker de auto het vond. Aangekomen in de plaats Townsville. Een doosje wijn gekocht om te vieren dat we de kust gehaald hebben. Stukken beter de zee dan de hitte en zand van de outback. De outback was een interessante ervaring maar in 4000 kilometer is er weinig te zien of te beleven.

Rood

Road train

Alice Springs

Uluru (Ayers Rock)

Na uren rijden door de outback passeerden wij de grens van het Northern Territory. In deze uren zie je vrijwel niets bijzonders, alleen zandvlaktes met een paar boompjes en veel dode dieren (o.a. kangoeroes en koeien.) Ook vliegen er veel roofvogels rond.
Eindelijk kwam de kruising, rechtdoor richting Alice Springs, of linksaf naar Uluru (Ayers Rock). Wij gingen links want dit natuurwonder moet je gezien hebben als je in Australië bent geweest.
Je kan gratis kamperen een uur van Uluru af, maar wij hebben gekozen om te kamperen in het Ayers Rock Resort in het dorpje Yulara. Dit ligt naast het national park. Er was ook een zwembad waar wij meteen in gesprongen zijn. Even afkoelen na uren rijden door de hitte. Hierna meteen naar het national park gereden. Entree kostte $25 per persoon, je mag drie dagen in het park rondrijden en lopen. Langs het cultural centre geweest waar je meer leert over de Aboriginals. De Aboriginals reisden jarenlang door Australië heen, en bezochten Uluru. Ze leerden hun kinderen hier jagen en overleven. Er zijn nog tekeningen zichtbaar op de wand van Uluru van ongeveer 50 jaar geleden. Dit gebied is een heilige plaats voor de Aboriginals. Zij hebben ook liever niet dat Uluru beklommen wordt.
Het national park is erg groot. Wij hebben rondgelopen bij Uluru, en deze gezien bij zonsondergang. Het licht valt dan anders op de rock en de kleuren veranderen. Heel bijzonder. 50 km verder ligt nog een natuurwonder, Kata Tjuta. Het gebergte is totaal anders dan Uluru, heel apart. De volgende morgen zijn we vroeg opgestaan om Uluru te bekijken bij zonsopgang. Het was erg druk, tourbussen vol. Het was een beetje bewolkt maar weer mooi om te zien. Na nog wat rondgelopen te hebben, terug gereden naar het resort om in te pakken en te tanken, wat hier mega duur is. $2,07 per liter. Op naar Alice Springs.

Coober Pedy

Na een lange tijd rijden in de outback van South Australia kwamen we uit bij het dorpje Coober Pedy. Het ligt in the middle of nowhere. Op dit plekje waren een aantal goudzoekers opzoek naar het kostbare goud maar vonden niks. Wat ze wel vonden was opaal. Sindsdien word 80% van het opaal op de wereld in dit kleine dorpje gevonden.
In Coober Pedy is het behoorlijk warm en daarom leven de meeste mensen onder de grond in uitgehakte stukken rots. Zo leefde er ook een krokodillen jager, crocodile Harry in een van deze grotten. Hij leeft niet meer maar je mag in zijn huis kijken wat vol hangt met gekke kunst en voorwerpen. Rare plek. Natuurlijk zijn we ook de mijnen in geweest om te kijken hoe ze vroeger de opaal uit de grond haalde en hoe het tegenwoordig wordt gedaan. Opaal is heel kostbaar maar ik had het idee dat de mensen er niet echt rijk van worden, het stadje is een beetje een rommelig gebeuren.
Overal waar je ook rijdt en loopt zie je hopen steen liggen waar ze hebben gezocht naar opaal wat een soort maanlandschap idee geeft. Er staan ook overal borden dat je goed moet opletten waar je loopt omdat er nog wel eens mensen in een verlaten mijn vallen tijdens het zoeker naar opaal of het maken van een foto. Wij hebben de hitte en de vliegen (overal waar je loopt heb je een zwerm vliegen om je heen en ze zitten graag op je gezicht wat uitermate irritant is) weer overleefd en zijn verder getrokken.